We genieten nog van een heerlijk ontbijt bij Hostería Antupirén met uitzicht op de fjord. Daarna vertrekken we naar de aanlegsteiger van de ferry, waar we om 9u30 inschepen op de Ferry Bimodal naar Caleta Gonzalo. “Bimodal” wil hier zeggen dat we eigenlijk twee ferries nemen met daartussen een stuk weg van 15 km. We varen door twee fjorden, de Fiordo Comau tot aan Leptepú, waar we het schiereiland doorrijden. En dan steken we de Fiordo Reñihué over naar Caleta Gonzalo, de noordelijke toegang tot Parque Nacional Pumalín. Onderweg zien we zwartnekzwanen, pelikanen en zelfs een groep zeeleeuwen die aan het zonnen zijn op een boei. Omstreeks 16u rijden we van de ferry in Caleta Gonzalo. Dit is eigenlijk een soort Rangerspost in het park, met een infopunt, een gezellig resto-café met een grote open haard en 7 cabañas aan de rand van de fjord. In eentje daarvan gaan wij twee nachten logeren. Parque Nacional Pumalín werd gesticht door Doug Tompkins, de eigenaar van de North Face, die in Patagonië grote stukken grond kocht, om er natuurgebieden van te maken. Het Park Pumalín werd in 2017 overgedragen aan de Chileense staat om er een nationaal park van te maken. De vegetatie van het park bestaat uit Valdiviaans regenwoud met oeroude Alerce bomen, en strekt zich uit tot voorbij de actieve vulkaan Chaitén. Vermits het nog vroeg is en het niet regent (Pumalín is één van de nattere plaatsen in Chili) gaan we nog een wandeling maken naar de Punto del Lago Negro, waar er vaak veel vogels zitten. Het pad loopt door een sprookjesachtig bos langs een riviertje. Het uitzicht aan het meer is heel mooi, maar buiten wat zwaluwen, geen vogels. Op de terugweg begint het lichtjes te regenen. Tegen het avondeten is het al hard aan ’t regenen en het ziet er naar uit dat dat morgen nog een tijdje zal doorgaan. Enfin, dat zien we dan wel weer. Eerst genieten van een lekker diner bij de open haard in het café.
We worden wakker van het geluid van gietende regen; rotweer dus! Gelukkig is het een reisdag vandaag en hebben we ruim de tijd om op onze bestemming te geraken. We genieten nog een laatste keer van het heerlijke ontbijt dat Eloa voor ons klaargemaakt heeft: vers gebakken broodjes met tomaten en lokale kaas, pannenkoekjes met vers fruit en vers geperst sap, vandaag ananas. We wisselen wat tips uit met de Oostenrijkers die de vorige dag zijn aangekomen en die al op Chiloé geweest zijn. Rond 10u gaan we dan toch op weg terwijl de regen met bakken uit de lucht valt. We gaan eerst nog even tanken, want het is niet zeker of dit overal op onze route zal lukken. Het eerste stuk is nog asfalt, maar daarna volgt een lang stuk “ripio”, onverharde weg. Gedurende 11km zijn er dan ook nog werken, wat het rijden heel vermoeiend maakt. Gelukkig is er door de regen geen stof. We rijden door een mooi landschap, zelfs met dit weer. Na een tijdje begint het droger te worden en krijgen we zelfs af en toe de zon te zien. We rijden nu langs het estuarium van de Rio Puelo, die uitmondt in de Stille Oceaan. Uiteindelijk komen we bij de Carretera Austral aan, de poort naar Chileens Patagonië. We hebben honger, dus gaan in één van de eethuisjes bij het veer een sandwich eten. Tegen 15u komen we aan in Hornopirén, een vissershaventje aan een fjord. Hier moeten we morgen de Ferry Bimodal naar Caleta Gonzalo nemen; dit zijn eigenlijk twee ferries, met een stuk weg ertussen. Hornopirén is schitterend gelegen aan een fjord omzoomd met besneeuwde bergtoppen en uiteraard ook een vulkaan. Het zonnetje is ondertussen van de partij, dus we maken een aangename wandeling langs de oever van de fjord. Onderweg gaan we ook onze tickets ophalen voor de ferry morgen. Het is duidelijk dat er omwille van het laagseizoen nog niet veel open is in het dorpje, dus zijn blij dat we reserveerden om in de hostería te eten; zalmforel, want dat is wel echt hét lokale product!
Ensenada ligt aan de toegang tot het oudste nationaal park van Chili. Dit park met verschillende vulkanen, zoals de Osorno, de Calbuco, de Puntiagudo en de Tronador, strekt zich uit tot de grens met Argentinië, vlakbij Bariloche. Op onze eerste dag bezoeken we de Saltas de Petrohue, indrukwekkende stroomversnellingen op de Río Petrohue. Dan rijden we verder tot het dorpje Petrohue aan het Lago de Todos los Santos. We parkeren er onze auto en gaan de trail naar de Paso Desolación volgen. Het pad loopt door een schitterend vulkanisch landschap omzoomd met bloeiende bremstruiken. De vulkanen en bergen spelen om beurt verstoppertje achter de wolken, maar het is toch weer een zonnige dag. We steken drie geulen over waardoor ooit de gloeiende lava van de Osorno stroomde. Daarna gaat het pad steil omhoog, op 1,5 km moeten we 300m klimmen; ’t is de moeite! Eindelijk bereiken we de mirador met uitzicht op de Osorno vlakbij en de vele andere toppen rond het meer. We eten er onze empanadas op alvorens de afdaling aan te vangen. Dit gaat natuurlijk veel sneller, waardoor we rond 17u al beneden zijn. Diner wordt in onze guesthouse pas om 20u30 geserveerd, dus we besluiten nog langs las Cascadas langs de andere kant van de vulkaan te rijden. Na een uurtje, net voor sluitingstijd komen we daar aan. Maar er is al niemand meer aan de ingang, dus wandelen we 20 minuten verder tot aan de waterval. We hebben er al veel indrukwekkender gezien, maar genieten toch van de omgeving. Het eten in Hamilton’s Place is weer heerlijk. Eloa, een Braziliaanse, is namelijk een geschoolde kok. Ze vertelt dat ze 6 maanden in Chili woont en dan 6 maanden in Canada, het thuisland van haar echtgenoot. Die laatste is momenteel nog met hun zoontje in Canada, waar deze naar school gaat. Donderdag is een rustig-aan-dagje : we nemen de catamaran over het Todos los Santos meer tot het plaatsje Puella. De tocht duurt 1u45 en gaat dwars door het nationaal park, langs alle vulkanen. Het is vandaag grijs met een waterzonnetje, maar de wolken zitten hoog, waardoor de toppen toch zichtbaar zijn. Het is een vrij toeristische bedoening; er zitten wel drie bussen op de boot. Er wordt reclame gemaakt voor activiteiten ter plaatse, maar dat wordt ons toch wel iets té toeristisch. Aan wal wachten we tot de hele meute vertrokken is, en kuieren dan op ons gemak naar boven, langs het moerasgebied, verder naar boven naar de waterval Velo De Los Novias. Daar in de buurt eten we onze lunch op en dalen dan weer af naar het dorpje, waar we door het park richting de douanepost wandelen. Op de terugweg zijn de wolken verder gezakt en begint het lichtjes te regenen. Dit zou wel een het weer voor de volgende dagen kunnen zijn, want de voorspellingen zijn niet echt denderend. Enfin, we zien wel; tot hiertoe hebben we echt al veel geluk gehad met het weer!
Vanmorgen moeten we vroeg uit de veren, want om 8u nemen we de bus verder naar het zuiden. Er hangt wat mist en er is blijkbaar een stroomstoring, want geen licht op de badkamer. Dan maar douchen in het donker. De mist trekt langzaam op, zodat we vanuit het busstation nog een laatste blik op de Villarica kunnen werpen. We reizen in een comfortabele bus richting Puerto Montt over de Panamericana. Ter hoogte van het stadje Osorno komen we een kleine betoging tegen, mogelijk Mapuche. Rond kwart na één komen we aan in het busstation van Puerto Montt, dat naast de haven gelegen is. We kunnen onze huurauto pas oppikken om 15u, dus vertrekken richting centrum, waar we eerst kunnen lunchen. Onderweg komen we meer en meer mensen met vlaggen tegen. Op het centrale plein is een grote betoging aan de gang: vlaggen, spandoeken en muziek; de sfeer is die van een festival. Jong en oud, oma’s en kleine kinderen incluis, demonstreren voor een beter Chili. We slaan het even gade en gaan aan de andere kant van het plein bij een cervecería iets eten. Het is blijkbaar al een oude zaak en ze zit goed vol, want van demonstreren krijg je toch wel honger. De porties zijn enorm, dus we moeten toch wel wat laten staan. Met onze Peugeot ( jawel 😉 301 rijden we dan verder naar Ensenada, waar we onze intrek nemen in Hamilton’s Place, een gezellige hostel, mooi gelegen tussen de twee vulkanen: de Cabulco, die in 2015 nog serieus is uitgebarsten en de witte kegel van de Osorno, die al 150 jaar slaapt. Het is al 17u, maar een zonnig weertje, wat de volgende dagen wellicht zal veranderen. We rijden dus nog naar de Refugio op de flank van de Osorno tot aan de lavavelden en genieten van de fantastische zichten op beide vulkanen en het meer. Het is zelfs warm genoeg voor een terrasje op deze hoogte.
We hebben voor vandaag een daguitstap geboekt naar het Huilo Huilo Natuurreservaat. Dit bevindt zich 80km ten zuiden van Pucón op het circuit van de 7 meren. Buiten ons zijn er nog 10 vrolijke Chilenen in ons busje. Vicente, onze gids is een jonge kerel die erg van zijn streek houdt en heel veel af weet van de lokale flora en fauna. Onderweg bezoeken we een typisch oud kerkje in Panguipulli, helemaal in hout. Hier geen koloniale slagroomtaarten zoals elders in Zuid-Amerika, maar bescheiden, ranke houten bouwwerken. Boven het altaar geen stenen beelden, maar een grote houten sculptuur. Na een aantal stops met uitzicht op één van de meren, komen we aan bij de Huilo Huilo waterval. In de taal van de Mapuche betekent Huilo Huilo zoveel als “groot gat”. Het water van de rivier wurmt er zich namelijk door een smalle rotswand en stort zich met een enorme kracht naar beneden in een groot gat : dit is één van de meest spectaculaire watervallen die we al gezien hebben. We wandelen ook nog naar een tweede waterval, El Salto del Puma. De vulkaan die dit park overschaduwt, zijn er eigenlijk twee : Mocho y Choshuenco. De hoogste top is niet actief, maar ernaast is een trapezium vormige tweede krater, de Mocho, en die is wel actief. Lunchen doen we in een lokaal restaurantje “La Nueva Rosa”, waar we een traditionele cazuela eten, een soort rijkelijke maaltijdsoep. Eén van de vrolijke Chileense dames legt uit hoe we dit moeten eten. Eigenlijk zijn het twee gerechten in één: je legt de groenten, aardappelen en kip op een apart bord. Dan eet je eerst de soep, en dan de rest. ’t Is in alle geval lekker. Na de middag wandelen we nog door een park met hertjes en everzwijnen; niet echt speciaal want het zijn twee soorten die uit Europa werden ingevoerd en hier apart zijn gezet om de rest van de natuur niet verder te storen. Voor de Chilenen zijn deze dieren natuurlijk wel exotisch. Op hetzelfde terrein ligt ook het Museo de los Vulcanos. Dat laatste is een modern bouwwerk, helemaal opgetrokken uit vulkanisch gesteente, zodat het er binnen erg koel is. Dat laatste is goed voor de archeologische vondsten die er tentoongesteld worden, maar wel een beetje koud voor ons. Het interessante museum herbergt één van de belangrijkste collecties van voorwerpen van de Mapuche en andere indianenstammen die Chili bevolkten. De laatste stop is bij het Magic Mountain hotel. In Huilo Huilo staan er zo een paar futuristische sprookjeshotels. De Magic Mountain is een houten berg, die helemaal beplant is met bomen en waar van op de top een waterval naar beneden stort. Speciaal! We sluiten de dag af in Pucón bij Trawen, waar we alweer een heerlijke maaltijd verorberen.