11-12/11 : Sipi watervallen

2018 Oeganda, Op reis Geen reactie

Uitzicht van bij de Lacam lodge

Bij het meest uitgebreide ontbijt ooit, genieten we nog een laatste keer van het schitterende uitzicht op de Nijl. Om 8u gaan we weer op pad met Moussa naar onze volgende bestemming: de Sipi watervallen. Die bevinden zich op de flanken van Mount Elgon, een uitgedoofde vulkaan van meer de 4000 meter hoog die zich over de grens met Kenia uitstrekt.

Onderweg stoppen we even aan het grootste moeras van Uganda. Ook dit moeras staat weer vol papyrus. Moussa vertelt ons over de vele nuttige toepassingen van deze natuurlijke vegetatie. Eerst en vooral fungeert deze als natuurlijke filter voor afvalwater dat er langs de andere kant van het moeras weer als zuiver water uitstroomt. Tegen het droge seizoen verdroogt ook de papyrus, waarop het gekapt dient te worden, anders zouden de droge stengels die door de wind langs elkaar wrijven brand kunnen veroorzaken. De gedroogde plant kent vele toepassingen, zoals als dakbedekking of als decoratief… papier!

Tegen de lunch komen we aan bij de Lacam Lodge, die zich vlakbij de grootste waterval bevindt. Een eerder eenvoudiger lodge, maar wat een view alweer! Tegen half vijf komt onze lokale gids Moses ons oppikken voor een “cultural walk”.  We gaan langs kleine paadjes op weg langs mini akkertjes met bonen, bananen en koffie. Hij vertelt ons over de plaatselijke gebruiken, zoals bijvoorbeeld het ritueel van de besnijdenis: dat blijkt hier een uiterst belangrijke en feestelijke gebeurtenis, waarop ze erg trots zijn. Gelukkig worden vrouwen niet meer besneden. Eerst komen we langs een grot met een waterval; in deze grot leefden de voorouders van de Sebei stam. Deze zouden oorspronkelijk afkomstig zijn uit het Midden-Oosten en zich via Ethiopië over Oost-Afrika verspreid hebben. In het dorpje gaan we in een plaatselijk cafeetje een traditioneel Maisbier drinken. Dat is hier een zeer sociale gebeurtenis, wat men het liefst van alles met elkaar deelt. Er komen ook twee oudere dorpsbewoners bij zitten, die erg geïnteresseerd zijn in wat wij te vertellen hebben. Want zo gaat dat hier: het bier ( met kokend water bereid) wordt met een lang rietje dat wordt doorgegeven met elkaar gedeeld. De eigenares zuigt eerst aan het rietje en geeft het dan aan mij door. Dus niet flauw doen; in al die documentaires doen ze dat toch ook. De smaak valt wel mee, maar geef mij toch maar een echt pintje. De mensen hier zijn echt wel vriendelijk, dus we blijven wat langer hangen dan voorzien, zodat we er nadien een stevige pas in moeten zetten om tot aan ons einddoel, het Viewpoint voor de zonsondergang te geraken. Van hieruit hebben we een mooi zicht op de twee grootste watervallen, maar er zijn te veel wolken voor een echte zonsondergang. Door het halfdonker lopen we terug naar de lodge. Daar genieten we bij het avondeten van een echt pintje; dik verdiend uiteraard!

Ondanks het verschrikkelijk slechte bed, slapen we toch redelijk goed.

Voor de wandeling langs de watervallen gaan we op pad met gids Job. Job is afkomstig van de Keniaanse zijde van de berg, maar behoort tot dezelfde Sebei stam. Eerst hebben we een steile en soms glibberige afdaling voor de boeg tot onderaan de grootste waterval. Onze inspanningen worden hier beloond met een prachtig uitzicht over de 120m hoge waterval. Daarna gaat het steil bergopwaarts naar watervallen 2 en 3. De vierde zien we alleen vanop afstand, want het is ondertussen middag en we beginnen honger te krijgen. We dalen terug af naar het dorpje en zijn hier te gast bij één van de inwoners. We krijgen en heerlijk groentenbuffet voorgeschoteld: aardappelpuree, bonen, spinazie, een saus van pompoenbladeren met noten, guacamole en zelfs chapatis. Alles van lokale producten. Een heerlijke lunch en best wel aangenaam om eens geen overdaad aan vlees voorgeschoteld te krijgen.

Na de lunch volgt de koffietour. In tegenstelling met Nicaragua is het telen van koffie hier een kleinschalige familiale bezigheid. De kwaliteit is er anders niet minder om, want hier wordt Arabica geteeld; de beste onder de koffiebonen. We moeten ons kopje koffie verdienen: eerst ontdoen we de vers geplukte koffie van zijn omhulsel, dan gaan de bonen in een kuip waar ze 24u kunnen gisten. Vervolgens worden ze gewassen en gedroogd in de zon. Daarna worden ze gekneusd in een vijzel met een grote stamper. Vanaf hier gaan we zelf aan de slag. Om beurten hanteren we de stamper. De bonen worden dan op een platte schaal gegoten, zodat we ze kunnen opschudden om de velletjes in de wind te laten wegvliegen. Gelukkig beheerst Job deze techniek beter dan wij, want anders zouden we niet veel bonen over houden. Als de velletjes verwijderd zijn, pikken we de slechte bonen er uit en dan is het tijd om ze te roosteren. Dit gebeurt in een ijzeren pot op een houtvuur. Het malen gebeurt niet met een koffiemolen, maar weer met brute kracht in de vijzel. Gelukkig zijn er twee mannen bij. De gebrande bonen ruiken heerlijk. En dan is het tijd voor een lekker kopje ambachtelijk bereide koffie. Zalig!

 

9-10/11 : Aankomst in Entebbe en naar Jinja

2018 Oeganda, Op reis Geen reactie

Stroomversnellingen op de Nijl vanop ons terras in Jinja

Onze vlucht naar Uganda gaat rechtstreeks vanuit Brussel naar Entebbe, met een tussenstop in Kigali- Rwanda. Het is een dagvlucht dus we zien hoe we over de onmetelijke Sahara vliegen. Gedurende uren zie je niets dan zand uit het vliegtuigraampje. Ter hoogte van Zuid-Sudan wordt het landschap groener; we komen aan in het groene hart van Afrika. Tegen dat we in de internationale luchthaven van Entebbe landen is het pikdonker. De chauffeur van onze verblijfplaats staat ons al op te wachten. Op minder dan een kwartier arriveren we in de Via Via van Entebbe, aan het Victoriameer. We krijgen een mooie ruime kamer, die zich in een gebouw midden in een tropische tuin bevindt. Vermits het al vrij laat is besluiten we het ontdekken van het Reiscafe voor de volgende ochtend te houden. ’s Morgens worden we wakker met het zalige geluid van honderden vogels, die samen met ons wakker worden: yes! Het vakantiegevoel is nu compleet!

We ontbijten buiten onder de bomen waar de apen zotte kuren uithalen, geweldig!

Na het ontbijt staat onze chauffeur Moussa ons al op te wachten. We vertrekken meteen richting de hoofdstad Kampala (Entebbe was de koloniale hoofdstad), om daar onze Euros te wisselen. Het is slechts een twintig minuten rijden, maar zoals in alle grote steden krijgen we er af te rekenen met files! Gelukkig is er veel te zien onderweg; verschillende markten en enorm veel boda-boda’s, dat is de Ugandese versie van de motortaxi. Deze naam komt uit de tijd dat er veel over-en-weer verkeer was over de Tanzaniaanse grens en betekent eigenlijk gewoon ” border border” of “grens grens” in het Nederlands, maar de Ugandezen spreken dit een beetje anders uit.

Als we eindelijk voorbij Kampala zijn wordt de weg wat rustiger en rijden we door het groene Ugandese landschap met papyrus moerassen, koffieplantages en kleine dorpjes, waar de kinderen enthousiast naar ons zwaaien.

Tegen de middag komen we aan in “The Haven” bij Jinja. Deze mooie lodge ligt op een heuvel die uitkijkt over de stroomversnellingen op de Nijl. Deze zou even verderop aan het Victoriameer ontspringen. Dit is ondertussen achterhaald, want de bron van de Witte Nijl zou zich in Rwanda bevinden. Maakt allemaal niet uit, want het is hier gewoon prachtig. We doen het na de middag rustig aan en genieten van de mooie omgeving en spotten al een paar mooie vogels ( zoals een grote witzwarte neushoornvogel, een visarend en vele watervogels). In de bomen vlakbij zit een groep roodstaart apen. We maken nog een wandelingetje tot het dorpje vlakbij, tot groot jolijt van de vele kindjes. We eindigen de middag op het terras van de lodge en genieten van een lokaal pintje.

Ons eerste avondmaal is lekker maar nogal copieus, met naar onze smaak wat te weinig groenten. Gelukkig is er achteraf een ijsje met lekker vers fruit.

Morgen trekken we verder richting Sipi watervallen.

Next Entries »