09-11-2014
Anne
2014 Myanmar, Op reis
Geen reactie
De site van Bagan besluiten we op ons eigen thempo te verkennen per fiets. We verblijven in New Bagan; vandaar is het zo’n 3 km naar Old Bagan. We fietsten ’s morgens, als het nog betrekkelijk koel is, in één stuk naar old Bagan. Daar bezoeken we ondermeer de Ananda tempel, één van de mooiste. Maar ook nog een hele rits andere tempels: sommige gewoon indrukwekkend van architectuur, anderen hadden prachtige fresco’s en één andere kon dan weer beklommen worden. Boven was er dan een adembenemend uitzicht.
’s Middags lunchen we bij Star Beam, waar we een lekker vers limoen-met-gember en limoen-met-verse munt sapje bij drinken.
Tegen 16u zijn we terug aan het hotel en nemen we nog een zalig frisse duik in het zwembad.
De tweede dag is het nóg warmer, want nu zijn de laatste slierten wolken van de voorbije regendagen echt verdwenen. We fietsen nu langs een minder bezochte route, richting het dorpje Minnanthu, maar dit laten we links liggen en fietsen nog verder door tot aan de panoramatoren van Bagan, een controversieel bouwwerk, want het kostte Bagan de erkenning door Unesco als werelderfgoed. Wim gaat toch naar boven om een mooie panoramafoto te maken.
Daarna bezoeken we enkele tempels met prachtige oude fresco’s, allemaal van de 11de tot 13de eeuw. Voor de laatste pagode vóór de middag moeten we een heel stuk het veld in fietsen over een aarden weg. Doordat het een stuk warmer geworden is, zijn er toch al vrij zanderige stukken bij. Maar we blijven overeind en worden beloond door een schitterend uitzicht van op het bovenste terras van de tempel.
Terug in het dorpje ploffen we neer op het eerste terrasje van een lokaal eettentje en bestellen een lekker vers sapje. We eten er nog een eenvoudige lokale maaltijd. Daarna maken we nog een wandelingetje door het dorpje en gaan weer op pad met onze fiets.
We bezoeken nog één pagode onderweg naar New Bagan en zetten dan koers naar een terrasje langs de Irrawady rivier. Het uitzicht is weer grandioos en het verse watermeloensap smaakt heerlijk na onze inspanningen in de hitte. Grof geschat hebben we vandaag toch zo’n 30km in de benen zitten!
We besluiten de rest van de namiddag te relaxen. Morgen moeten we vroeg opstaan : om 4.30u komt een taxi ons ophalen om ons naar de jetty te brengen. Om 5u schepen we in op de ferry naar Mandalay : dat is ongeveer 8 à 10u varen.
08-11-2014
Anne
2014 Myanmar, Op reis
Geen reactie
Vandaag hebben we een lange autorit voor de boeg, volgens het programma van wel 8u.
Het is ’s nachts terug beginnen te regenen, dus het eerste stuk in de bergen is vrij mistig. De wolken klimmen toch wat hoger, zodat we toch een zicht krijgen op de prachtige omgeving.
We vorderen snel, zodat het al vlug duidelijk wordt dat we er zeker geen 8u over gaan doen. Voor de middag komen we al aan bij Mount Popa. Jammer genoeg is het nog steeds bewolkt. We beklimmen toch maar de 700 trappen naar de top van een vulkanische berg met op de top … Een pagode!
Normaal heb je van hier een prachtig zich op de omgeving, maar vandaag dus niet. 🙁
We maken dan maar wat sfeerfoto’s van de pelgrims en gaan zelf mee op de foto (wie is hier nu de toerist? ;-).
Daarna nog een snelle lunch in een foodstalletje langs de weg en dan op naar Bagan. Bij het binnenkomen van Bagan bezoeken we de eerste pagode. Over de hele vallei staan er nl een 3000-tal pagodes vanaf het jaar 1000 tot de 17de eeuw. Een indrukwekkende site, die soms vergeleken wordt met Ankor Wat in Cambodja.
Na wat zoekwerk, komen we omstreeks 16u in ons hotel aan, Kumudara. We eten aan de oever van de Irawaddy rivier : prachtige setting, duur, maar niet zo lekker.
Morgen gaan we fietsen in Bagan!
07-11-2014
Anne
2014 Myanmar, Op reis
Geen reactie
Bij aankomst met ons bootje in Nyaungshwe staat onze nieuwe chauffeur Tan Zen ons al op te wachten. Op de weg naar Taunggyi stoppen we nog om een bezoekje te brengen aan de vijfdaagse markt in Shwenyaung en voor een proeverij in het andere wijndomein van de streek, Aythaya Vineyard. Tja Myanmar is blijkbaar het nieuwste onder de nieuwe wijnlanden. 😉 Hier wordt het wijnmaken overgelaten aan een Duitse oenoloog, afgestudeerd aan de Duitse wijnuniversiteit.
In Taunggyi pikken we onze Pa’o gidse Aye Aye op, die ons zal vergezellen naar de archeologische site van Kakku. We rijden door een prachtig landschap en komen na anderhalf uur aan bij deze indrukwekkende site. Tot het jaar 2000 lag deze er verlaten er overwoekerd bij, maar nu is al meer dan 50% gerestaureerd. 2500 stupa’s staan op een kleine oppervlakte van 200m op 70m dicht op mekaar; net speldekoppen. Aye Aye weet veel interressants te vertellen over de site, maar ook over haar volk de Pa’o. Ze spreekt vrij goed Engels, want ze studeert aan de universiteit van Taunggyi.
Op de terugweg komen we in een giga-file terrecht richting centrum Taunggyi : dit heeft alles te maken met het ballonfestival, wat veel volk op de been brengt. We krijgen 15min om ons even op te frissen in het hotel, het eenvoudige KBZ hotel, en vertrekken dan richting festival. Tan Zen zet ons eerst af bij een typisch Birmees eethuisje waar we een lekkere viscurry met rijst eten voor in totaal nog geen 3,5 eur.
Op de festivalweide, die ietsje buiten de stad gelegen is al een serieuze massa op de been en er komen er nog bij. We spreken met Tan Zen af dat we om 23u terug bij de auto zijn en gaan op pad. Normaal begint men rond 19u en rond 21.30u gaan de spectaculaire modellen de hoogte in. We kuieren door de festiviteiten : veel kleurige lichtjes, kermisattracties, eet- en drankstalletjes, groepjes muzikanten die hun ballon komen aanmoedigen, … Jammer genoeg begint het te druppelen en na een tijdje gaat dit over in een gezapige regen. We gaan binnen in een overdekte tribune, waar blijkbaar het organisatiecomité zich bevindt en waar men ook het handvol buitenlanders gewapend met fototoestellen toelaat. Van hieruit hebben we een goed zicht op het terrein en kunnen we een paar mooie sfeerbeelden maken. Na drie uur wachten houden we het voor bekeken; het is nu wel gestopt met regenen, maar de hardnekkige laaghangende bewolking (we zitten hier natuurlijk in bergen) maakt dat er geen ballons mogen opstijgen. Jammer, maar helaas…
Donderdagmorgen gaat het dan richting Pindaya. Dit is het gebied van de Da’nu bevolking. Een prachtige rit, met onderweg mooie plaatjes van ossewagens, boeren op hun land en de veemarkt in Heho. In Pindaya bezoeken we het indrukwekkende grottencomplex met een 8000-tal gouden buddhabeeldjes : zeer sfeervol. Het is ook een belangrijk pelgrimsoord, dus we worden omringd door een massa Birmese pelgrims. Gelukkig steken we door onze Westerse gestalte een stukje boven de meute uit zodat we alles kunnen zien. Lunchen doen we in het mooie Green Tea restaurant aan de rand van het meertje in Pindaya.
Omstreeks half drie komen we aan in de Dream Villa in Kalaw, de “Pine village” want omringd door pijnboombossen. Het is ondertussen terug beginnen te regenen, dus we besluiten wat te relaxen in het hotel. Hopelijk stopt het straks met regenen, want vanavond is het volle maan feest.
En de het houdt inderdaad op met regenen : In het klooster achter het hotel klinkt muziek en gejoel. Blijkt dat men hete luchtballonnen gaat oplaten : ballonfestival in het klein dus! De tegenvaller van gisteren wordt zo helemaal goedgemaakt. Vermits dit veel kleinschaliger is kunnen we het van dichtbij meemaken. Er worden honderden kaarsjes aangestoken op een bamboe frame ; dit wordt aan de ballon vastgemaakt en gaat zo mee de hoogte in : spectaculair! Maar, veel te zwaar: binnen enkele seconden na opstijgen stort het gevaarte terug neer. Dat is effe schrikken; gelukkig staan we veilig tussen de stupas. Ondertussen gaat onder luid gejoel een tweede ballon de hoogte in langs de andere zijde van het klooster. Deze gaat wel verder de hoogte in, met spetterend vuurwerk. Terug op de hotelkamer blijkt er nog een derde ballon klaargemaakt te worden, en deze is nog groter. We kunnen alles goed volgen van uit ons raam. Dit is echt een onverwachte afsluiter van de dag.
04-11-2014
Anne
2014 Myanmar, Op reis
Geen reactie
Het Samkarmeer ligt een 50-tal km ten zuiden van het Inlemeer. We varen er in 2 uur naar toe via een natuurlijk kanaal dat de twee meren met elkaar verbindt. Het landschap onderweg is prachtig : bergen, watergebied met veel waterlelies, dorpjes op en naast het water en pagodes. Het gebied wordt bewoond door de Pa’o.
Aan het begin van het dorpje Samkar liggen enkele oude stupa’s naast het water. We wandelen door het dorpje en komen enkele ossewagens tegen.
We varen daarna verder tot aan een stokerij van rijstwijn (saké); het procedé wordt ons uitgelegd en we mogen ook even proeven. Het drankje is 20, 40, 60 graden sterk; dat voelen we! Allé, volgens onze whisky kenner valt dat allemaal wel mee… 😉
Bij de proeverij is er ook een restaurantje, waar we de lunch nemen.
We kunnen van daar te voet langs de oever van het meer naar de volgende stopplaats : een heel sfeervolle plek aan het water, het klooster van Targaung met zijn honderden stupa’s. De belletjes van de stupa’s die tinkelen in het windje maken de sfeer nog specialer.
Het ziet er naar uit dat het later op de dag nog gaat regenen, dus keren we terug naar ons hotel. Onderweg stoppen we nog aan een pagode die tegen de heuvel ligt. De klim naar boven doet deugd, na anderhalf uur bootzitten. De pagode zelf is niet echt bijzonder, maar als we bijna terug beneden zijn stromen er een paar honderd kinderen toe. Blijkbaar is de school net uit. Ze lopen naar de aanlegplaats waar nu een heleboel bootjes liggen. Deze kindjes gaan niet met de bus, maar met de schoolboot naar huis. Voor de rest ziet het er hetzelfde uit : evenveel kabaal en dicht op mekaar in de boot.
Na dit leuke intermezzo gaat het terug richting ons huisje op het water : voor de laatste keer klinkt het slagwerk van het hotelwelkomstcomité : morgen vertrekken we naar Taunggyi voor het Ballonfestival.
03-11-2014
Anne
2014 Myanmar, Op reis
Geen reactie
Vandaag staat een dagje stappen op het programma, meer bepaald door het platteland boven Nyaungshwe.
Als we het stadje binnenvaren merken we dat hier toch wel veel toeristen bijeen zitten; wij zijn precies de enigen die in die richting varen. Onze gids Huana pikt ons op aan een klein zijkanaaltje en dan gaan we op pad. Vlakbij de markt komen we ineens het einde van een bonte stoet tegen. Onze gids legt uit dat dit een jaarlijkse giftenprocessie van de dorpelingen voor de monniken is. We spoeden ons naar de andere kant van het dorp om de hele stoet aan ons voorbij te zien trekken : kleurrijke “bomen” behangen met kado’s voor de monniken : je kunt het zo gek niet bedenken: van tandenborstels, dekens, handdoeken tot zelfs frigo’s. Op elke kar staat een bordje met de naam van de gulle gever: familie X, school Y, hotel Z, firma A, … Rondom wordt muziek gemaakt en dansjes uitgevoerd. Leuk om te zien en mee te maken.
Daarna nemen we een tuktuk naar het begin van de wandeling. Het is vandaag bloedheet en we zijn blij dat we dit stukje niet door de brandende zon moeten stappen. We wandelen door een teakplantage en onze gids weet vanalles te vertellen over de kruiden en gewassen die we tegenkomen : kurkuma, dragonfruit, tamarinde, …
We wandelen door dorpjes en bezoeken een schooltje voor 6 tot 10 jarigen. Het valt op dat er vooral jongens op de schoolbanken zitten; hier op het platteland is een opleiding voor de meisjes blijkbaar niet zo belangrijk.
‘S middags lunchen we bij onze gids thuis : heerlijk verse gestoomde vis uit het meer met verse kruiden, een tomatenslaatje en gebakken rijst met groentjes : een koninklijke maaltijd! Jammer dat we er geen glaasje van onze volgende bestemming bij kunnen drinken : de Red Mountain Estate : jawel een wijnbouwer! Plots wandelen we nl tussen de wijngaarden met op de achtergrond het meer. We proeven er vier soorten : Sauvignon blanc, Syrah/tempranillo, een rosé en een late oogst, wellicht Muscat. Niet slecht; de wijnmaker is dan ook een Fransman.
Tegen een uur of 4 komen we terug aan onze boot; de dreigende onweerslucht lijkt van de bergen nu naar het meer af te zakken; hopelijk raken we droog tot aan het hotel. Niet dus; onderweg begint het te regenen, dus de paraplu’s in de boot komen goed van pas. Gelukkig dat het zo laat pas begint te regenen, zo hebben we er toch niet te veel last van gehad.