03-11-2014
Anne
2014 Myanmar, Op reis
Geen reactie
Om 4.45u stipt komt onze chauffeur ons oppikken om ons naar de luchthaven van Yangon te brengen; vandaag vliegen we naar Heho vanwaar we naar het Inle meer trekken, midden in de Shanprovincie. De binnenlandse vluchten in Myanmar zijn een soort van hop-on-hop-off vluchten en stoppen op verschillende plaatsen. Zo komt het dat we om een onduidelijke reden 45min moeten wachten in Bagan, alvorens we kunnen doorvliegen naar Heho.
Daar staat onze volgende chauffeur te wachten, die ons door een prachtig berglandschap naar Nyaung Shwe aan het meer voert. Onderweg bezoeken we een atelier waar men parasols uit rijstpapier vervaardigt (zo van het soort dat ze bij ons op de ijsjes zetten, maar dan in ’t groot). We stoppen ook aan het teakhouten Shweyanpyay klooster met ovalen ramen, waar vele jonge monikjes rondlopen. Een sfeervolle plek.
In Nyaung Shwe nemen we een lekkere lunch en schepen dan in naar ons hotel op het meer: The Golden Island Cottages. We hebben ons hier eens laten gaan en logeren in een mooie grote cottage op palen met een terras met zicht op het meer. Schitterend! Goed om weten is dat dit hotel gerund wordt door de lokale Pa-o bevolking en dat de inkomsten dus ten goede komen van de lokale gemeenschap.
We worden verwelkomd met lokaal slagwerk en een kopje groene thee.
Na het inchecken doen we nog een tochtje op het meer langs de drijvende tuinen, een typisch dorpje en het Ngapachaung klooster. De tuinen zijn een indrukwekkende verwezenlijking. Blijkbaar wordt tijdens het seizoen quasi heel het land van hieruit van tomaten voorzien. Tussen de huisjes staan naast waterlelies en lotusbloemen ook vele prachtige bloemen. Onderweg zien we ook de befaamde “beenroeiers” van de Inthastam : zij roeien rechtopstaand waarbij ze behendig met één been de roeispaan bedienen, zodat ze hun handen vrij hebben voor het vissen. Indrukwekkend.
Het eten in het restaurant van het hotel (we zitten midden op het meer, dus is er niet echt een alternatief) is wat duurder (alles moet hier natuurlijk aangevoerd worden), maar superlekker. Er is deze avond een avond met traditionele dansen, maar na een drietal gezien te hebben zijn we echt wel zeker dat dit niet ons ding is en verdwijnen we discreet.
Na een traditioneel Shan ontbijt van noedelsoep stappen we weer in ons bootje met bestemming Indein. We varen door een smal kanaaltje en slaan het leven van de rivierbewoners gade : alles gebeurt langs het water : vissen, zich wassen, de was doen, …
Indein is een prachtige site van een duizendtal stupas gebouwd tussen de 12de en de 18de eeuw. Een deel van de stupas is overwoekerd; het is heel sfeervol om tussen dit bos van stupas te lopen.
Van daar gaat het naar het klooster waar de gouden buddhabeeltjes en het gouden schip bewaard worden welke tijdens het volle maanfestival van oktober feestelijk van dorpje naar dorpje wordt gevaren.
Na de lunch in een restaurantje op het meer zijn verschillende ateliers aan de beurt : we bezoeken een ambachtelijk zilversmid, een zijden-en lotusdraadweverij en een fabriekje waar aan een ijltempo cheruts worden gerold. Een soort lokale sigaar, die hier heel populair is.
Rond drie uur zijn we terug aan het hotel waar we zalig relaxen en genieten van het uitzicht.
31-10-2014
Anne
2014 Myanmar, Op reis
Geen reactie
Het ontbijtbuffet in het hotel is heel gevarieerd : Engels, Birmees en Indisch. Even uitzoeken dus wat we lekker vinden.
Omstreeks 9u gaan we op pad : we doen de wandeling van de Lonely Planet door het koloniale centrum. In de straatjes heerst er een drukte van belang : op de stoep vind je het ene eetstalletje na het andere waar de inwoners van Yangon hun ontbijt nemen. Het ziet er allemaal heel kleurrijk en exotisch uit.
We wandelen langs de Sule pagode (we gaan niet naar binnen, dat is voor morgen) en de grote mauve slagroomtaart van het stadhuis; langs het oude postgebouw en andere koloniale gebouwen. S’middags eten we een lekkere Indische biryani met een banana lassi in de Indische wijk voor nog geen 5 eur voor ons tweetjes. Na de lunch gaan we op pad naar de Botataung pagode, aan de andere kant van het oude centrum. De staalblauwe hemel van de voormiddag is nu dreigend grijs geworden; maar volgens Mr Win regent het in Yangon nooit langer dan een kwartier. Dus we stappen dapper door. Vermits we weer grote dorst hebben gekregen besluiten we een lekker vers sapje te gaan drinken in een cafeetje onderweg. We zitten nog niet goed binnen of het begint te gieten. Het duurt toch wel langer dan een kwartier… 🙁
Maar hoera; na enige tijd stopt het toch en kunnen we verder. T’is te zeggen, door de stortbui is de stoep op bepaalde plaatsen redelijk overstroomd. Dan maar een omweg.
Via een gouden poort komen we in het gezellige straatje van de pagode. Op onze blote voeten gaan we binnen. Het is er vrij rustig; eigenlijk wel aangenaam. We zien onze eerste grote buddha, maar wellicht zullen we er in de komende dagen nog veeeeeeel grotere zien. 😉
Vlakbij de pagode komen we aan de Yangon rivier, waar er een grote bedrijvigheid heerst : kleine bootjes varen af en aan om aan het einde van de dag de pendelaars terug naar de andere kant van de rivier te brengen. Op de kade spelen jongens een plaatselijke variant op het voetbalspel, waarbij ze de bal in de lucht proberen te houden.
We eten ’s avonds bij een Japanner vlakbij het hotel, die een voorliefde voor zeemzoete balades blijkt te hebben. Aiaiai, wat een gejank!
De volgende ochtend om 9u hebben we afgesproken met onze chauffeur van de White Lotus. Hij brengt ons eerst naar het treinstation waar we instappen voor een ritje van een uur met de “circular train”, die, zoals je al kan vermoeden helemaal rond Yangon rijdt, en dit aan een tergend traag tempo. Onderweg slaan we het dagelijkse leven gade. We stappen af in het station dat onze chauffeur ons doorgaf (met een beetje hulp van de vriendelijke overburen). Vandaar gaan we naar een pagode met zittende buddha Kyauktawgyi; aan de schilderijen te zien een gift van de generaals; ah ja “opium voor het volk” zeker…
Van daar gaat het naar de witte olifanten; volgens ons gewoon albino’s; wij vinden het vooral een zielig gezicht, zo’n drie olifanten, geketend aan één poot zodat ze nauwelijks bewegingsruimte hebben. We stoppen dan aan een reuzegrote markt, waar mensen van heinde en ver hun koopwaar naar toe lijken te brengen; dit geeft af en toe opstoppingen van fietsen beladen met allerlei waar. Het is een kleurrijk zicht : meloenen, ananas, gedroogde vis, kruiden, bloemen, …
Onze chauffeur brengt ons dan naar ons lunchadres “Padonmar” één van de sjieke adressen in Yangon; dat was nu ook weer niet nodig. T was lekker, maar toch vrij duur voor wat het was.
Dan staat de volgende buddha op het programma, liggend deze keer : een kolos van 70m lang : dat begint er op te lijken! 😉 Het gaat over deze van Chaukhtatgyi; probeer dat maar eens uit te spreken!
Daarna gaan we de Sule pagode in het centrum bezoeken en we springen even binnen in het Strand hotel. We zijn niet echt gekleed voor een afternoon tea, dus steken de straat over naar de haven van Pansoetan. Hier slaan we weer de va-et-vient gade van de avondlijke pendelaars, die deze keer op een grote (aftandse) ferry stappen : amaai daar gaat veel volk in!
Normaal staat er nog een korte wandeling door de Chinese wijk op het programma, maar vermits er weer een stortbui losbarst, besluiten we dit te houden voor een ander moment.
Vanavond vroeg dinneren, want morgen komt onze chauffeur ons al om 4.45u oppikken! Au, dat gaat pijn doen!
30-10-2014
Anne
2014 Myanmar, Op reis
Geen reactie
5u : de wekker… Toch wel vroeg. 😉
De taxi komt ons perfect op tijd oppikken. Om 5.42u zitten we op de trein naar Zaventem. De deuren sluiten; paniek! Waar is dat verdomde paspoort naar toe? Na een paar spannende minuten (we waren er bijna in Berchem terug afgestapt) denkt Wim aan de enige nog overgebleven plaats waar we niet gezocht hebben : Anne’s moneybelt! Oef, weer een jaar van ons leven…
De rest van de reis verloopt vlotjes en op woensdagmorgen 7.10u landen we in Yangon. De chauffeur van de White Lotus staat ons al op te wachten. Mr. En Mss. Win van de White Lotus ontvangen ons hartelijk en geven ons nog wat extra uitleg en de vouchers voor tijdens onze reis.
Na een verfrissende douche en een dutje in ons hotel (het centraal gelegen Panorama hotel) bestellen we een taxi naar het Kandawgyi meer. We doen een wandeling langs het meer en genieten van het eerste uitzicht op de beroemde Shwedagon Pagode en de kitcherige restoboot Karaweik (een vaartuig getrokken door twee enorme gouden eenden).
Aan het meer is het iets koeler dan in de binnenstad en dat helpt bij het (letterlijk) aklimatiseren. Het is blijkbaar ook een romantisch plekje, want het loopt hier vol koppeltjes. Na een stevige wandeling hebben we gigadorst en keren terug naar het begin waar er allemaal terrasjes met uitzicht op het meer zijn. Een fris pintje bij de ondergaande zon smaakt!
We zijn vreselijk moe van de lange reis (en jetlag) dus besluiten ter plaatse iets te eten en dan een taxi terug te nemen naar ’t hotel. T’ was toeristenkost, veel te duur, maar ’t smaakte! 😉
24-11-2013
Anne
2013 Peru, Op reis
Geen reactie
In Lima nemen we terug onze intrek in D’Osma b&b. We wandelen van het hotel naar de lokale “Puente de los Suspiros” (brug der zuchten), waar koppeltjes romantische foto’s komen nemen.
We gaan dinneren in “gastrobar” Trastienda : lekker!
Na een uitgebreid ontbijt nemen we de Metropolitana bus (een moderne bus met eigen rijvak, die functioneert volgens een soort metrosysteem) naar het historische centrum. Normaal is Lima 10 maanden per jaar in een soort mist gehuld, maar vandaag hebben we geluk, want er staat een stralend zonnetje aan de hemel.
We volgen het wandelparcours van de Lonely Planet langs koloniale gebouwen, pleintjes en het presidentiële paleis, waar om 12u, begeleid door een militaire fanfare, de wissel van de wacht plaatsvindt.
We eindigen in de Barrio Chino (Chinatown), waar we in een chifa (de Peruviaanse versie van een Chinees restaurant) gaan lunchen.
Terug in Barranco, willen we met zicht op de oceaan een pintje gaan drinken, maar dit blijkt niet te zullen lukken, want omwille van de verkiezingen zondag werd er een “ley seca” afgekondigd, wat inhoudt dat er tot maandag geen alcohol mag geschonken worden. Valt dat tegen voor onze laatste avond : we hadden ons toch nog verheugd op een laatste pisco sour. 🙁
We hadden ook gehoopt om bij Astrid y Gaston, het beste restaurant van Zuid-Amerika (met Michelin ster) te gaan eten, maar zonder reservatie blijkt dit niet te lukken. Vanuit het hotel heeft men voor ons dan een tafeltje gereserveerd bij Cala, een seafoodrestaurant aan het strand.
Het etentje bij Cala was super : kraakverse vis en creatieve bereidingen in een gezellig modern kader.
Op onze laatste dag in Lima bezoeken we één van de belangrijkste musea van de stad : Museo Larco. Een prachtige collectie kunstvoorwerpen van de pre-collombiaanse periode.
’s middags nemen we een taxi terug naar Barranco, waar we een lekkere ceviche gaan eten bij Canta Rana, een adres waar de locals staan aan te schuiven om binnen te mogen. We hebben geluk, want we kunnen meteen aan tafel. Na ons vormt er zich weer een hele rij.
’s Namiddags slenteren we in het zonnetje door de parken op de kliffen van Barranco en dalen nog een laatste keer af voor een wandeling langs het strand.
Een mooie afsluiter van onze afwisselende tocht door Peru.
23-11-2013
Anne
2013 Peru, Op reis
Geen reactie
Na een ochtendwandeling rond de Hummingbird Lodge, vertrekken we per boot naar ons verblijf voor de komende drie nachten : de Maquisapayoj Lodge. Onderweg zien we nog capybaras en squirrel monkeys.
Deze lodge is duidelijk beter uitgerust als de vorige; we hebben hier zelfs warm water. Nu is het wel warm genoeg buiten, dus lauw water is ook niet echt een probleem.
Om 16u gaan we dan op pad naar de plaats waar de tapirs mineralen komen opdoen, een zogenaamde claylick. Onderweg zien we nog tamarins, capucijnaapjes, brulapen en mooie grote blauwe morphovlinders. Aan de claylick heeft men een groot observatieplatform gebouwd, met muskietennetten, vanwaar je de tapirs kan gadeslaan. We eten ons meegebracht dinner op en beginnen te wachten. Jammer maar helaas, geen tapir vandaag.
De volgende ochtend vertrekken we al om 4u met de boot naar een andere “claylick”, deze keer die van de parkieten en ara’s. Deze komen wel in grote getale opdagen en weldra is het een gekwetter van jewelste. Normaal gaan eerst de parkieten naar de klei, maar om één of andere reden dalen ze niet af uit de bomen. Misschien was er ergens een roofvogel in de buurt?
Uiteindelijk, dalen de blauwkopparkieten toch af, gevolgd door de blauw-rode ara’s; een kleurrijk zicht…
Als de ara’s terug opvliegen wandelen we terug naar de rivier, die we oversteken, waarna we op weg gaan naar het eerste oxbowmeer. Hier hopen we de reuzeotters te kunnen zien, maar we hebben geen geluk. Dobberend op ons bootje zien we wel de hoatsin, een soort primitieve vogel en nog een aantal vogels.
We wandelen daarna door het woud naar een gigantische woudreus, een 6 à 700 jarige ceibaboom, waarin men een panoramisch platform heeft gemaakt. Na een hoop trappen bereiken we het 41 meter hoge platform dat boven de andere bomen uittorent. Prachtig uitzicht!
Op de terugweg naar de lodge begint het hard te regenen, waarna we beslissen om de rest van de namiddag al luierend door te brengen.
’s Avonds klaart het terug op, maar tegen middernacht begint het terug te regenen. En als we om 5u gaan ontbijten is het nog steeds niet gestopt. Dan maar door de regen naar Lago Blanco, het volgende grote oxbowmeer. Met de onophoudelijke regen vrezen we helemaal niets te zullen zien, maar we hebben geluk; opeens komen 5 reuzeotters onze richting uit gezwommen. En om dat ze nogal nieuwsgierig zijn komen ze één voor één hoger uit het water. Geweldig.
Ondanks de regen is dit een zeer geslaagde uitstap.
We besluiten na de lunch af te wachten of het stopt met regenen. Wanneer de zon terug tevoorschijn komt, gaan we weer op pad. Al gauw zien we twee groepen tamarins, waaronder de keizerstamarin. Deze wordt zo genoemd, omdat hij een grote snor heeft, zoals de Duitse keizer Willem II destijds. Opeens horen we in de verte een stormwind. Miguél zegt dat we snel terug naar de lodge moeten, want een sterke wind in het oerwoud kan zeer gevaarlijk zijn. Vele bomen wortelen namelijk niet diep, zodat ze makkelijk kunnen omver waaien.
Als de bui voorbij is, gaan we weer op weg naar de tapir lick. Hopelijk hebben we deze keer meer geluk. Helaas begint het weer te regenen. We wachten nog een tijdje, maar keren uiteindelijk terug naar de lodge, waar Luís ons laatste avondmaal in de jungle heeft klaargemaakt. Ondanks de overvloedige regen, hebben de reuzeotters en keizerstamarin de dag toch goed gemaakt.
Op donderdagmorgen vertrekken we met de boot verder stroomafwaards op de Madre de Dios rivier. Na 2 1/2u stappen we over op een taxi. Deze brengt ons terug naar een overzet, waarna we met de taxi via de Interoceanica naar de luchthaven van Puerto Maldonado gaan. Hier nemen we het vliegtuig naar Lima, het laatste hoofdstuk van onze reis.