Bij het ontbijt hebben we nog een laatste helder zicht op de Cuernos met een paar rondcirkelende condors op de voorgrond; mooi afscheid van Torres del Paine! We rijden terug via de Río Serrano uitgang en hebben nog een paar mooie uitzichten onderweg. Na een vijftigtal kilometer komen we bij de Cueva del Milodón, of de grot van de Milodón. Deze grot is de vindplaats van een stuk vacht van een prehistorisch dier, de Milodón. Deze reuzeluiaard had een pantser zoals een gordeldier. De vondst van dit stukje vacht vormde de inspiratie voor het bekende boek “In Patagonia”, van Bruce Chatwin. De gigantische grot was in prehistorische tijden ook een toevluchtsoord voor de stammen die hier woonden. ’s Middags lunchen we weer in Puerto Natales. Op de terugweg naar Punta Arenas zien we nog een grote groep flamingo’s op een lagune. Wim trotseert de fameuze Patagonische wind om een aantal foto’s te maken. Ook nu weer krijgen we vier seizoenen op een dag; zon, wind, regen en terug zon. Vermits het zonnetje helemaal terug is, doen we in Punta Arenas nog een wandeling naar het uitzicht over de stad en de Straat van Magelaan. ’s Avonds eten we lekkere guanaco bij La Cuisine, Chileense keuken met een Franse inslag.
Goed begin van de dag: geen wolken en geen wind, dus het hele Torres del Paine massief ligt te schitteren in de zon! Dat ziet er goed uit voor onze boottocht naar de Grey Gletsjer. De Grey Gletsjer is zowat de Chileense Perito Moreno. Alleen, de Perito Moreno is stabiel, terwijl de Grey Gletsjer smelt; met wel 50 meter per jaar. We checken in bij het Lago Grey Hotel en rijden dan door naar de parking. Vandaar is het een half uurtje stappen over het strand van het Lago Grey. Normaal staat hier een sterke wind, maar vandaag is daar niets van te bespeuren. De catamaran vaart eerst langs ijsschotsen met diepblauwe kleuren; dit zijn natuurlijk stukken die van de gletsjer afgebroken zijn. Na een uurtje leggen we aan bij de start van de”W”-trek, waar een aantal stappers op en afstappen. Dan komen we aan bij de gletsjerwand, deze kan 25 tot 35 meter hoog zijn. We klinken met een glaasje pisco sour met 1000-jaar oud gletsjerijs, een zgn millennial drink. Het is hier echt schitterend mooi! Tegen 13u zijn we terug aan de parking. We gaan dan maar eerst een hapje eten bij de cafetería daar. We rijden terug richting Lago Pehue, waar we vlakbij de Hostería de wandeling naar Mirador Condor gaan doen. Een relatief korte afstand, maar wel een kuitenbijter, want steil omhoog. Aan het begin van de wandeling is het echt warm; het zonnetje schijnt en er is nog steeds bijna geen wind. Naarmate we stijgen zien we dat de wolken weer aan het zakken zijn, dus wellicht geen volledig zicht op de Cuernos. Het uitzichtpunt bevindt zich boven op een grote ronde rots, met in de wand blijkbaar een aantal condorsnesten. Twee condors vliegen laag voorbij. Eentje landt er zelfs op de rots. Dan zien we ze niet meer. We genieten van een indrukwekkend 360° uitzicht boven op de rots. Langs één zijde zien we de enorme schade die de bosbranden van 2011 hier hebben aangericht. De boomskeletten geven ook wel iets onwerkelijke aan het landschap. Langs de kant van het Paine massief zien we hoe de verschillende gletsjermeren op verschillende hoogtes met elkaar verbonden zijn via rivieren en watervallen. In de verte ontwaren we de Grey Gletsjer met daarachter de witte vlakte van de ijskap. Bij het afdalen doemt terug de condor op. We zien hem een eindje boven ons landen op een uitstekende rotspunt. Zo kunnen we hem goed observeren (en fotograferen); echt een prachtbeest! Dan begint het toch weer te regenen. De condor vliegt naar zijn slaapplaats en wij zakken ook terug af naar drogere oorden.
Vermits we morgen richting Grey Gletsjer trekken, besluiten we nu de andere kant van het park te bezoeken. We wandelen eerst naar het uitkijkpunt van de Salto Grande. Het waait hier enorm, maar we zullen merken dat dit voor een groot deel van het park geldt. Het pad loopt van daar verder naar de Mirador Cuernos. Gedurende deze hele wandeling hebben we indrukwekkende uitzichten op de Cuernos. Na een uurtje komen we aan bij de Mirador aan de rand van Lago Nordenskjold, waar achter de Cuernos oprijzen. Het weer zit redelijk mee, met zon en wolken, die af en toe zakken, en dan krijgen we kleine regendruppels. Maar dankzij de enorme Patagonische wind blijven die nooit lang hangen. Terug beneden willen we iets te eten kopen in de kleine cafetería, maar die blijkt voor onbepaalde tijd gesloten. Uiteindelijk besluiten we door te rijden naar Hotel Las Torres, aan de voet van die andere beroemde rotsformatie: de Torres. Die laatste krijgen we onderweg een aantal keer te zien tussen de wolken, maar ze zijn wel wat verder weg. De beste uitzichten over de Torres zijn gereserveerd voor de mensen die de “W”-trekking doen; een meerdaagse tocht. Maar dat zagen wij niet echt zitten. Onderweg komen we langs een kudde van een honderdtal guanaco’s met een aantal rondhuppelende kleintjes: geweldig! Na een lekkere lunch in Hotel Las Torres gaan we de Paine Waterval bezoeken. Een indrukwekkende waterval, van waar je normaal een goed zicht hebt op de Torres, maar de wolken zijn ondertussen verder gezakt, dus moeten we het met de waterval stellen. Gelukkig is dit ook de moeite! We rijden dan naar de Sarmiento Gate, met de bedoeling daar de Fauna trail te wandelen. Deze mag echter tegenwoordig alleen met een gids gedaan worden, vermits er daar de laatste tijd veel puma’s gesignaleerd worden. De ranger ter plaatse raadt ons aan om een wandelingetje naar het uitzichtpunt over het Sarmiento meer te maken. Ook weer een mooie wandeling, met op de achtergrond zelfs af en toe een glimp van de Torres. We besluiten om maar op tijd terug te keren naar de Hostería, zodat we deze keer toch wat keuze hebben wat ons eten betreft.
We gaan goed op tijd naar het verhuurkantoor, want vandaag hebben we een lange rit voor de boeg. We zijn zelfs wat te vroeg, maar we hebben geluk, ze hebben vroeger open gedaan. Gelukkig, want na ons zijn er nog een aantal wachtenden. Deze keer is onze auto een knalrode Nissan 4×4 pick-up. Toen we in februari (!) een huurauto boekten was dat het enige wat nog kon. Nog snel even de bagage oppikken bij onze hostal en dan zijn we op weg. Eerst meer dan 200km asfaltweg tot in Puerto Natales. Dit stadje leeft duidelijk op het ritme van het nationale park; alles lijkt hier afgestemd op de vele trekkers die hier passeren. We tanken hier eerst onszelf bij en dan onze auto, want in het park zijn er geen tankstations. Dan rijden we door een mooi landschap naar Torres Del Paine. Al snel krijgen we de eerste uitzichten op de “Cuernos”, één van de twee spectaculaire rotsformaties waardoor het park zo beroemd is. Het is nog 150km rijden, waarvan een groot stuk gelukkig nog over asfalt, hoewel we hier ook vaak moeten opletten voor putten. Gelukkig kan onze pick-up tegen een stootje! Tegen half vijf komen we aan aan de rand van het Lago Pehue, dat in het midden van het park en aan de voet van de Cuernos ligt. Op een eilandje in dit meer ligt onze verblijfplaats, Hostería Pehue. Onze auto laten we achter op de parking, en dan steken we met onze bagage het bruggetje over naar de Hostería. We droppen onze bagage in onze kamer en gaan op weg naar het sjieke Lago Grey Hotel, waar we de boot naar de Grey Gletsjer boeken voor overmorgen. We drinken iets in de bar met spectaculair uitzicht over het gletsjermeer met de drijvende ijsschotsen en de gletsjer in de verte. Op de terugweg zien we de eerste guanaco’s. Ons hotel is weliswaar spectaculair gelegen, maar verder is het een beetje vergane glorie; de verwarming in onze kamer kan niet worden dichtgedraaid en onze wc loopt niet door (én de Wi-Fi werkt niet). Dat laatste wordt gelukkig snel verholpen. Ook in de keuken loopt niet alles van een leien dakje: tegen dat wij tegen 21u (vroeg naar Chileense normen) aan tafel willen gaan is alles bijna op. Enfin, we zijn al blij dat we kunnen eten, want er is hier niet direct een alternatief.
Gisteren blauwe hemel, nu grijs; het weer op het einde van de wereld is heel wisselend. We wandelen tot aan het kerkhof aan de rand van de stad. Hier staan een aantal praalgraven van eind 19de, begin 20ste eeuw. We wandelen hier wat rond en ontdekken graven van Britse militairen die ooit in “Sandy Point”, zo heette dit garnizoensplaatsje aan de Straat van Magelaan toen, gelegerd waren en van de vele Kroaten die aan het einde van de wereld hun geluk kwamen zoeken. Het begint een beetje te regenen en het is serieus afgekoeld; we gaan ons dus opwarmen aan een lekkere warme chocolademelk. Alle musea zijn gesloten want het is maandag, dus wandelen we naar de promenade langs de Straat van Magelaan. Op een half vergane steiger zit het vol met watervogels. We gaan nog snel een broodje eten in een koffiezaak: lekkere broodjes en verse taart. Om 14u komen ze ons oppikken om bij Estancia Olga Teresa, op 75km van Punta Arenas, condors te gaan spotten. Met onze gids Eduardo, een uitgeweken Venezolaan, die condors bestudeert, rijden we over het grondgebied van de Estancia de berg op. Op een bepaald moment moeten we te voet verder. Zo zakken we af langs de steile helling tot op de hoogte van de rotsen waar de condors de nacht komen doorbrengen. Het is ondertussen niet meer zo hard aan het regenen, maar de wolken hangen rond de rotsen, zodat het wat mistig is. We wachten een tijdje, maar we zien niets. Dat moet ons weer overkomen! Plots zien Wim en Eduardo toch een condor landen een eindje verder. Onze gids denkt te weten waar deze vogel geland is, dus we stappen nog wat verder. De wolken trekken af en toe een beetje op en uiteindelijk krijgen we toch een aantal condors te zien. Doordat we ons ter hoogte van hun slaapplekken bevinden, vliegen ze vlak voor ons voorbij. Rond 18u30 trekt de hemel weer dicht en we besluiten terug te gaan. Ondertussen begint het weer te regenen, dus tegen dat we aan de auto zijn, zijn we helemaal nat. Maar ondanks het mindere weer hebben we ze toch goed gezien! Om de dag goed af te sluiten gaan we een stoofpotje met kingkrab en een congrio eten bij Sotito’s, hét visrestaurant van Punta Arenas.