30-11-2018
Anne
2018 Oeganda, Op reis
Geen reactie
We verlaten de bergen en dalen langzaam terug af naar de savanne. Van zodra we terug in Kisoro zijn komen we terug op een asfaltweg, wat toch een stuk comfortabeler (en sneller) is. ‘s Middags lunchen we in een restaurant dat een buffet met lokale specialiteiten serveert. Het is weliswaar op toeristen gericht, maar het smaakt lekker: zoete aardappel, puree van matoke, stoofpotje van geit, bonen, spinazie, saus van pinda’s, …
Na de lunch rijden we terug een onverharde weg op richting het nationale park Lake Mburo. We doen een namiddag safari richting de andere kant van het park, waar we gaan overnachten. Geen olifanten hier en slechts één leeuw. Maar wel twee antiloopsoorten die we nog niet zagen: impala’s en topi’s, een verwante van het hartebeest. Er is ook een grote populatie zebra’s en luipaarden. Deze laatsten zijn natuurlijk niet zo makkelijk te spotten. Maar we hebben nog een nachtsafari op het programma staan, dus dan hebben we meer kans. We vertrekken om 19u met een ranger die met een sterke lamp de omgeving afspeurt. De eerste 20 minuten zien we helemaal niets. We beginnen al te vrezen… Daarna kruisen we een groep zebra’s en zien een buffel langs de kant; niet bepaald nachtdieren… We spotten ook nog een haas en wat impala’s. Uiteindelijk krijgt de ranger een luipaard met haar jong in het vizier. Ze zijn blijkbaar samen op jacht. We kunnen met onze auto tot dichtbij rijden: prachtige beesten!
’s Ochtends kunnen we uitslapen en genieten van het prachtige uitzicht. Onze lodge, Rwakobo Rock, ligt boven op een rots, zodat we een 360° zicht hebben. Een familie mangoesten zit ’s morgens op het pad van onze hut naar het restaurant. Van op het terras zien we hoe twee enorme groepen lokale koeien met enorme horens (genre de wapiti runderen in Plankendael) voor de nacht samen gedreven zaten in de vallei. Een kleine waterbok komt vlak voor het restaurant grazen. Het blijkt een wees te zijn, die door het personeel van de lodge grootgebracht werd. Het beestje loopt een beetje later gewoon de receptie binnen.
Om 11u gaan we weer op pad. Iets na de middag komen we aan op de evenaar. Hier lunchen we en doen de obligate fotostop. Dat kan je wel merken aan het aantal souvenierswinkeltjes. Onderweg zijn we ook vele scholen tegengekomen waar festiviteiten aan de gang zijn. Vandaag is namelijk de laatste dag van het schooljaar hier en de afstudeerenden worden overal uitbundig gevierd.
In Kampala komen we in de vrijdagse avondspits terecht. Die is gelukkig erger in de tegengestelde richting, zodat we rond 16u30 aankomen in de Via Via in Entebbe: de cirkel is rond! We nemen afscheid van Moussa, die nu op zijn beurt van vakantie kan gaan genieten. Dik verdiend!
30-11-2018
Anne
2018 Oeganda, Op reis
Geen reactie
Na de toch wel zware gorilla tracking besluiten we een dagje te relaxen aan het meer. De omgeving is hier zo mooi; daar willen we van genieten. We doen dus een hele dag niets dan lezen, turen naar de vulkanen achter het meer en uitrusten. Vandaag even geen “Afrikaanse massage” in de auto.
De volgende dag staan we weer fris en monter op om naar het Mgahinga NP te trekken. Dit nationaal park maakt deel uit van de grotere Virunga Conservation Area. Deze strekt zich uit over drie landen: Uganda, Rwanda en Congo. Het Mgahinga park bevindt zich op Ugandees grondgebied en bestrijkt de volgende drie vulkanen: Muhabura (de hoogste met 4127m), Gahinga langs de Rwandese grens en Sabyinyo op het drielandenpunt. Deze drie vulkanen zijn niet actief; de enige twee actieve Virunga vulkanen bevinden zich in Congo en barsten ongeveer iedere twee jaar uit, waarbij meer dan eens slachtoffers vielen in de stad Goma en omgeving.
Op de flanken van deze vulkanen leven de berggorilla’s (net als in Bwindi) en de enige overblijvende groepen golden monkeys, die elders uitgestorven zijn. En deze aapjes zijn vandaag ons doel. Om half negen gaan we op pad met ranger Michael en nog een Canadees koppel. Het pad gaat gradueel omhoog op de flanken van de Gahinga vulkaan. We krijgen een paar mooie vergezichten op het Mutanda meer en op de toppen van de Sabyinyo en de Gahinga. De vegetatie is heel anders dan het regenwoud in Bwindi; hier bevindt zich een groot Bamboewoud, de favoriete vegetatie van de golden monkeys. Na ongeveer een uur en een kwartier stappen komen we aan bij de aapjes. Het zijn wollige aapjes met een karakteristieke goudkleurige rug en kaken. Ze trekken zich van ons niets aan, hun prioriteit is eten. Ze zitten overal rondom ons in de bomen. Uiteindelijk blijkt het een groep van 60 te zijn. Na een uurtje nemen we afscheid van de groep en beginnen aan de afdaling (we zaten ongeveer op 2700m hoogte). Onderweg begint het een beetje te regenen; we hebben dus geluk gehad met ons bezoek.
Terug in de lodge eten we onze picknick op en boeken voor 17u een boottochtje met een traditionele kano. We varen tussen de verschillende eilandjes op het meer en zien een paar watervogels zoals aalscholvers en grijze pelikanen. Heel eventjes krijgen we ook een otter te zien, maar die duikt al snel weer weg. Tegen dat de zon begint te zakken, zien we ook meer en meer vissers die met net zo’n primitief bootje als wij op het meer dobberen.
Het is een mooie avond, dus we genieten nog een laatste keer van het prachtige uitzicht op het meer en de Virunga’s.
27-11-2018
Anne
2018 Oeganda, Op reis
Geen reactie
Vandaag mogen we weer uitslapen: we vertrekken pas om 8u naar onze volgende bestemming: het Mutanda meer. We klimmen vanuit de savanne terug de bergen in en rijden door een schitterend landschap met theeplantages en door het Noorden van het “Bwindi Ondoordringbaar Woud”. Dit nationaal park is de thuisbasis van enkele groepen met Oostelijke Hoogland gorilla’s. Die krijgen we onderweg nog niet te zien, maar wel al enkele kleinere aapjes. Tegen half twee komen we aan in Kisoro waar we gaan lunchen in het hotel waar Diane Fossey nog verbleef.
Vandaar is het nog drie kwartier rijden naar het Mutanda Lake Resort, prachtig gelegen op een schiereiland van het meer met schitterend uitzicht op de Virunga vulkanen. Omdat we hier vier nachten verblijven, krijgen we een upgrade naar een luxe cottage met een groot terras met bijhorend uitzicht: zalig!
Na een verkwikkende nacht zijn we weer vroeg op voor het volgende hoogtepunt van deze reis: vandaag trekken we naar Bwindi op zoek naar de gorilla’s. Moussa wil om half acht ter plaatse zijn zodat we nog kunnen aangeven welke groep we willen bezoeken. Een aantal groepen bevindt zich op zeer moeilijk terrein, en als je aankomt nadat de groepen verdeeld werden, dan moet je nemen wat overblijft. We hebben geluk; we worden ingedeeld bij één van de twee groepen die volgens Moussa de beste zijn. We zijn maar met vier in ons groepje, met naast ons nog een Mexicaans koppel. Die zijn bezig aan een heel ander soort reis dan wij: op veertien dagen tijd hebben ze al Kaapstad, Botswana en de Victoria Watervallen bezocht; de highlights van zuidelijk Afrika dus. Na de gorilla’s vliegen ze weer naar huis. Ieder zijn manier van reizen zeker…
Het begin van de trek is redelijk gemakkelijk; eerst wel een steile afdaling, maar dan een heel eind redelijk vlak. We moeten wel meerdere keren een riviertje oversteken en zijn blij dat we onze dragers hebben die ons telkens veilig en met droge voeten over helpen. Dan begint het te klimmen, eerst nog op smalle paadjes, die af en toe een beetje glibberig zijn en dan dwars over en door het lage gebladerte. Onze dragers helpen ons steeds weer het evenwicht te bewaren. Na bijna twee uur en half stappen horen we naast ons in het struikgewas een gegrom: de gorilla’s zijn vlakbij! Nu alleen nog ze te zien krijgen; niet simpel in het dichte groen. We vrezen al een beetje dat het bij een glimp zal blijven, maar dan zien we de zilverrug voorbij komen, gevolgd door twee spelende jongen van ongeveer drie maanden oud. De zilverrug is snel weer in het struikgewas verdwenen, maar de twee jonge gorilla’s doen gekke apentoeren vlak voor onze neus. Het gaat over een groep van 9 gorilla’s. Vermits ze bladeren aan het eten zijn, zitten ze wat verspreid rondom ons in het dichte groen. Na een tijdje komt er een adolescent mannetje naar ons toe gewandeld. Hij loopt gewoon tussen ons door (strijkt zelfs langs onze benen) alsof er niets aan de hand is. Een meter of drie verder legt hij zich gemakkelijk en gaat verder met het kauwen van bladeren en twijgjes. Ongelooflijk! Vrij dicht bij zitten nog andere groepsleden, maar meer dan een glimp krijgen we van hen niet te zien. De zilverrug komt dan terug in ons vizier. Hij zet zich ook op zijn gemak en kauwt verder. Het uur dat we bij deze vriendelijke primaten mogen doorbrengen is zo voorbij. Tijd om aan de terugweg te beginnen. Onze Mexicaanse reisgezel heeft echt nul conditie en krijgt het alsmaar moeilijker. Rond 13u stoppen we om onze picknick op te eten, wat echt wel nodig is voor hem. Uiteindelijk komen we rond 15u terug bij de auto en krijgen daar plechtig ons gorilla certificaat uitgereikt. Weeral een ervaring rijker!
25-11-2018
Anne
2018 Oeganda, Op reis
Geen reactie
Om 7u hebben we al een afspraak met Dr. James, een wetenschapper die zich bezig houdt met het bestuderen van leeuwen in het noordelijke deel van het park. Een aantal leeuwen draagt namelijk een halsband met een zender, zodat ze gemakkelijk kunnen opgespoord worden. Ter ondersteuning van de bescherming van de leeuwen worden trackings met toeristen georganiseerd. Met de opbrengst worden bijvoorbeeld hoge hekken rond de dorpen geplaatst, zodat de leeuwen het vee niet meer kunnen aanvallen. We gaan op pad met de Dokter ( zijn baas is een Duitser, vandaar deze titel) en al gauw komt het eerste signaal binnen. We rijden offroad de savanne op en komen al gauw bij een mannetjesleeuw en een leeuwin, die liggen te luieren in de zon. Volgens de gps gegevens heeft het mannetje op een dag tijd een enorme afstand afgelegd, vanuit de savanne van Virunga NP in Congo. Na een tijdje ligt hij dan ook zwaar te snurken. Vermits hier niet veel meer te beleven valt gaan we op zoek naar andere leeuwen. Deze keer zijn het een leeuwin en 7 welpen van ongeveer een jaar oud. We zien eerst de even koppen boven het gras uitsteken, de leeuwin bevindt zich een eindje verder. Naar gelang het warmer wordt staan de leeuwen één voor één op om zich in de schaduw te gaan leggen, waar ze gaan doen wat leeuwen goed kunnen overdag: slapen.
We rijden dan naar een kratermeer dat zich midden in het park bevindt en waar er reeds sinds de 15de eeuw zout gewonnen wordt. Een mooi uitzicht met vele flamingo’s.
Nadat we Dr. James afgezet hebben rijden we via een ontzettend hobbelige weg naar de zuidkant van het park, naar de Ishasha sector ten zuiden van het Edward Meer. Het is zeer rustig op deze weg, het enige wat we tegen komen is een paar waterbokken, kob en twee kroonkraanvogels, één van de nationale symbolen van Uganda.
Een gids van een safarivoertuig dat in de andere richting rijdt geeft aanwijzingen waar we de fameuze boomklimmende leeuwen kunnen vinden. Daar rijden we onmiddellijk naar toe, want mogelijk keert het weer en dan komen ze uit de boom. We treffen een troep van 6 leeuwen aan in een grote boom: een mannetje dat lui zijn poten naar beneden laat hangen, twee leeuwinnen en 3 welpen van een jaar oud. Heel speciaal is dit!
Vandaar gaat het naar onze verblijfplaats in het zuiden: de Enjojo Lodge, blijkbaar eigendom van een Belgische, maar die bevindt zich momenteel in Kampala. Alweer een mooie locatie, deze keer aan een moeras. Het open hoofdgebouw kijkt uit over een waterplas, waar regelmatig watervogels langskomen. We genieten van het uitzicht tijdens een luie vrije middag. Voor het diner staat een superverse Tilapia uit het Edward Meer op het menu: heerlijk!
23-11-2018
Anne
2018 Oeganda, Op reis
Geen reactie
Om 7u gaan we op pad met lokale gids Peter en aspirant gids Chris. We gaan een wandeling maken in het nabijgelegen moeras “Bigodi Swamp”. Onderweg zien we al vele vogels, waaronder de kanarie, en hier niet in een kooitje weliswaar. In het moeras zelf zitten verschillende soorten aapjes, waarvan we drie soorten kunnen spotten: de rode colobusaapjes, zwart-witte colobusaapjes en de roodstaart apen. Hoog in een boom zit ook nog een koppel toerako’s.
Voor de lunch hebben we nog wat tijd om te relaxen en dan gaan we op pad richting Queen Elizabeth nationaal park. We rijden langs een aantal van de honderden kratermeren in deze streek. Zo dalen we terug af richting savanne en komen we aan in Queen Elizabeth nationaal park, het tweede grootste van Uganda. De Marafiki lodge bevindt zich net buiten het park op een heuvel die uitkijkt over het Georges Meer. Onderweg zien we hier en daar schamele strooien hutjes. Hierin wonen Congolezen die het geweld in Oost-Congo ontvlucht zijn. Ze werken voor een habbekrats op de katoenvelden. We zijn hier namelijk vlakbij een belangrijke verbindingsweg naar Congo. Er passeren dan ook continu zwaar geladen trucks met goederen voor over de grens. In de lodge wordt ons uitgelegd dat we ’s avonds en ’s nachts regelmatig lawaai van richting het meer zullen horen. Dat zijn de locals die met vuur en het slaan op potten en pannen de olifanten van de katoenvelden proberen te verjagen. Die zijn namelijk verzot op deze plant en verlaten daarom vaak na zonsondergang het park.
Het eten in deze lodge is best lekker; niet de inspiratieloze vlees-aardappelen of rijst-met een beetje groenten. We zetten ons achteraf nog even aan het kampvuur met zicht op het meer onder de volle maan.
De volgende ochtend staat een wandeling in de Kyambura kloof op het programma. Blijkbaar zitten hier ook chimpansees, maar je hebt maar 50% kans ze te zien. We gaan op pad met Ruth, een vrouwelijke ranger en een groepje bestaande uit 4 Tjechen en hun gids en een sympathiek Brits koppel. De Tjechen spreken nauwelijks Engels, dus die gids is echt wel nodig. Het wordt een mooie wandeling door een groene kloof midden in de savanne, maar de chimpansees laten zich jammer genoeg niet zien, laat staan horen.
’s Middags eten we onze lunch op met zicht op de kloof. Daarna rijden we naar een lodge aan het Georges Meer waar we een bootsafari gaan doen op het natuurlijke kanaal tussen Lake Georges en Lake Edward, het vroegere Lake Mobutu dat op de grens met Congo ligt. De safari is schitterend: we zien een grote groep olifanten een bad en een stofbad nemen, buffels, kob en uiteraard veel nijlpaarden. En dat allemaal op één plaats; prachtig! Verderop een grote concentratie aan watervogels, waaronder zelfs witte pelikanen. Tegen dat we aan het andere meer komen blijken we motorpech te hebben. We dienen dan over te stappen op een kleiner bootje dat ons veilig terug naar de vertrekplaats brengt.
Op de terugweg naar de lodge steekt er als kers op de taart nog een luipaard de weg over. Het is een mannetje, want een stuk groter dan het vorige luipaard dat we zagen. Een mooie afsluiter! Bij een rode maan en een lekkere curry genieten we na van deze mooie dag.