We beginnen deze druilerige dag in Vik, vlakbij onze overnachtingsplaats. We gaan er het zwarte strand op om onderaan de kliffen te komen waar de papegaaiduikers en de noorse stormvogels nesten.
De rit voert ons verder doorheen een groot lavaveld dat met eeuwenoud mos is begroeid. Na de lunch bezoeken we de kloof van Fjaðrárgljúfur. Doornat komen we in ons hotel aan, waar we al het natte goed te drogen hangen.
Eerste waterval van de dag is Hjálparfoss, een verademing na de drukte gisteren. Verder rijden we doorheen het puimsteenveld van de Hekla, IJslands meest actieve vulkaan.
We bezoeken onderweg ook enkele turfhuizen in Keldur, om dan nog een paar watervallen te doen: Seljanlandsfoss en Skogafoss.
De golden circle voert ons langs het eerste parlement van IJsland in Þingvellir NP op de breuklijn tussen de Europese en Amerikaanse continentale platen.
Daarna rijden we naar Geysir, waar we de geiser vinden die aan alle geisers zijn naam gaf. Deze slaapt sinds enkele jaren, maar zijn buur Strokkur heeft het overgenomen. Hij spuit tot 35m hoog.
We sluiten af bij de op één na grootste waterval van IJsland, de Gullfoss.
Ten zuiden van Burgos ligt de Ribera del Duero; hier maken ze niet alleen lekkere wijn, maar liggen ook een paar mooie Middeleeuwse dorpjes. Peñaranda de Duero is er eentje van. Op de middeleeuwse plaza staat een geklasseerde gotische schandpaal. Het aangrenzende paleis van de Condes de Miranda in Plateresco en Mudejar stijl is schitterend. We beklimmen ook de heuvel achter het dorpje tot aan de overblijfselen van de burcht uit de 10de eeuw, die mee moest helpen bij de verdediging van Castilla tegen de Moren van Al Andalus.
Na de middag doen we nog een blitsbezoek aan de Romeinse site van Clunia.
In Burgos, de stad van El Cid, worden we verwelkomd door de oorverdovende klokken van de mooie gotische kathedraal.
Het is een erg gezellige en levendige stad, ondanks de kou.